Vietnam is booming
De naam ‘Socialist Republic of Vietnam’ roept in eerste instantie onwillekeurig associaties op met Nicaragua of Cuba. Dat blijkt een onterecht vooroordeel, want al snel bij aankomst in Hanoi wordt duidelijk dat Vietnam iets heel anders uitstraalt dan die andere socialistische republieken: Vietnam is booming. Overal wordt gerestaureerd, gebouwd en gehandeld dat het een lieve lust is. De eerste oppervlakkige indrukken komen dan ook vrijwel naadloos overeen met het enthousiasme van beroepspositiva Erica Terpstra in haar populaire reisprogramma. Inderdaad de Vietnamezen werken hard aan hun toekomst en voor de bezoeker is het allemaal even aardig, opmerkelijk, kleurrijk, vriendelijk en gezellig. En jazeker, de Vietnamese keuken is fantastisch en het eten op straat en in de lokale eethuisjes is ongeëvenaard.
Bij een bezoek aan Hanoi valt op dat de hoofdstad beschikt over een enorme lijst aan bezienswaardigheden. Niets is leuker dan een brommer of een fiets huren en je in het chaotische verkeer en het gekrioel van de miljoenenstad te storten. Een rondje rond het Hoan Kiemmeer met de Zonnestraalbrug en de Schildpadtoren. Een bezoek aan de Tempel van de Literatuur, die meer dan duizend jaar geleden werd gebouwd ter ere van de Chinese filosoof Confucius en feitelijk dienst deed als de eerste universiteit van Vietnam. Door de oude handelsbuurt van Hanoi, de Oude Wijk, waar het wemelt van de buitenlandse toeristen op zoek naar souvenirs in de straten die allemaal beginnen met ‘Hang’ wat staat voor de ‘handel’ die er werd of nog steeds wordt bedreven.
Hel op aarde
Indrukwekkend is een rondgang door de beruchte Hoa Lo gevangenis, inmiddels omgebouwd tot een museum en bij de Vietnamezen beter bekend als de ‘hel op aarde’. Die benaming herinnert aan de barbaarse omstandigheden waaronder het Franse koloniale regiem haar tegenstanders gevangen zette. De gevangenis werd door de Fransen in 1896 gebouwd en tot 1954 werden duizenden Vietnamese opstandelingen en vrijheidsstrijders daar gevangen gehouden. De cellen, het cachot en tientallen foto’s laten zien hoe gruwelijk de gevangenen werden behandeld. Ook de guillotine ontbreekt niet, die naar goed Frans gebruik (bijna overal ter wereld waar Frankrijk een kolonie heeft gehad is wel een achtergelaten guillotine te vinden) in de gevangenis werd geplaatst om de doodvonnissen tot uitvoer te brengen. Na de bevrijding van Noord Vietnam werden ‘gewone’ misdadigers in Hoa Lo vastgezet, maar van 1964 tot 1973 werd een deel van het complex gebruikt om Amerikaanse piloten gevangen te zetten die boven Vietnam waren neergeschoten. De Amerikanen gaven de gevangenis de bijnaam ‘Hanoi Hilton’. In het museum wordt een nogal doorzichtige poging ondernomen om te laten zien hoe goed de Amerikaans gevangenen behandeld werden. De goede medische voorzieningen krijgen uitgebreid aandacht en verder zijn er uitsluitend foto’s te zien van ontspannen vrolijke Amerikanen die bezig zijn een kerstboom op te tuigen of buiten een partijtje basketbal spelen. Van één van de belangrijkste Amerikaanse gevechtspiloten uit die periode, de latere senator en presidentskandidaat John McCain, is algemeen bekend dat hij wel degelijk werd gemarteld tijdens zijn gevangenschap. Hoe dan ook, een bezoek aan Hoa Lo is zeer de moeite waard.
Ho Chi Minh
Hetzelfde geldt voor het museum van de Vietnamese Oorlogsgeschiedenis dat een indrukwekkend overzicht geeft van de eeuwenlange oorlogen die de Vietnamezen hebben gevoerd tegen de Chinezen, de Mongolen, en de Cambodjanen. Maar de nadruk ligt natuurlijk op de oorlog tegen de Fransen en vervolgens de Amerikanen. Opnieuw wordt duidelijk hoe enorm de impact is geweest van wat wij de Vietnamoorlog noemen, maar de Vietnamezen spreken over de Amerikaanse oorlog. Op de binnenplaats van wat ooit een Franse kazerne was een grote hoeveelheid buitgemaakte en neergeschoten Amerikaanse helikopters en vliegtuigen. Ook de door de Russen geleverde tanks, raketten en de MIG-21 ontbreken niet.
Het museum van de grote Vietnamese leider Ho Chi Minh is een aaneenschakeling van alle mogelijke vormen van eerbetoon en bewondering voor deze geliefde revolutionair. Alles wat herinnert aan zijn sobere levensstijl, zijn kleding, zijn stoel, zijn werktafel, zijn potlood, je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. Verder heel veel foto’s van zijn tijd in Europa en China en natuurlijk tijdens de oorlog tegen de Fransen en de Amerikanen.
Hoewel Ho Chi Min gecremeerd wilde worden, beslisten de leden van het Vietnamese politbureau anders. Er werd een enorme kolos van een mausoleum voor hem gebouwd en met hulp van de specialisten uit de toenmalige Sovjet-Unie werd zijn lichaam gebalsemd. Naar het voorbeeld van Lenin werd ‘ome Ho’ zoals hij nog steeds liefkozend wordt genoemd, in 1975 naar het mausoleum overgebracht. Nog steeds moet je vroeg opstaan om na uren wachten in een lange rij even in de gekoelde schemerige ruimte langs het opgebaarde lichaam te mogen schuifelen. Maar het is de moeite meer dan waard, zeker om te zien hoe hele Vietnamese families ingetogen en vol respect hetzelfde doen. Hoe oud-strijders hun kinderen en kleinkinderen aan de hand langs de baar voeren, terwijl de tranen van ontroering over hun wangen lopen.
Rijstvelden
Op de fiets door de rijstvelden van de prachtige Mai Chauvallei wordt duidelijk dat er langzaam maar zeker dingen aan het veranderen zijn in Vietnam. Het is de oogsttijd van de rijst en dat is vooral nog handenarbeid met hulp van buffels, fiets en brommer. De dorsmachines gaan al vele tientallen jaren mee en doen me herinneren aan Zeeland in de jaren vijftig en zestig. Maar de boeren lijken opgewekt en optimistisch omdat velen inmiddels niet meer voor de staat of de coöperatie werken maar een eigen stukje grond hebben, kunnen voorzien in hun eigen levensbehoefte en ook nog wat extra inkomen overhouden.
Tijdens een bezoek aan de havenstad Danang valt op hoezeer Vietnam inzet op het tourisme. Langs de schitterende kustlijn wordt het ene na het andere hotel en appartementen complex uit de grond gestampt. Het zijn niet alleen de internationaal bekende grote hotelketens die hier inspringen, maar ook rijke Vietnamese zakenlieden – en die zijn er inmiddels opmerkelijk veel – investeren hier volop.
Wijdverbreide corruptie
Een boottocht door Halong Bay met de duizenden grillige kalksteen rotsen en eilandjes is adembenemend. De mythe gaat dat een enorme draak die neerstreek in de Golf van Tonkin met het slaan van zijn staart deze natuurpracht tot stand heeft gebracht. Hoe dan ook, de Unesco heeft het gebied tot werelderfgoed verklaart. Onze gids tijdens deze tocht wordt bij het vallen van de avond steeds uitgesprokener over de politieke situatie en de corruptie in zijn land. Hij beklaagt zich erover, op fluistertoon, dat er veel te weinig wordt hervormd in het huidige Vietnam, dat het politieke systeem is vastgelopen en dat jongeren nauwelijks kansen krijgen om door te stromen naar leidinggevende posities.
De oude communistische garde maakt nog steeds de dienst uit, heeft zichzelf verrijkt en laat de corruptie welig tieren. Die corruptie is volgens de gids zo wijdverbreid dat het in alle bestuurlijke lagen van het land is doorgedrongen en daarmee veranderingen in de weg staat. Hij is blij met zijn baan want dat brengt hem in contact met buitenlanders en geeft hem de kans om andere talen en culturen te leren kennen. Maar zijn familie had liever gezien dat hij politieagent was geworden. Dat is in het corrupte systeem een zeer lucratieve baan. Een groot deel van willekeurige boetes en smeergeld verdwijnt rechtstreeks in de zakken van politiemensen. De familie had al contact gelegd met iemand binnen het politieapparaat die bereid was tegen betaling van rond de tienduizend dollar hun zoon aan een baantje te helpen. Ze hebben hem voor gek verklaart maar hij is er trots op dat hij heeft geweigerd.
Het probleem van de wijdvertakte corruptie is een thema dat steeds opduikt in gesprekken met Vietnamezen en in Vietnam werkende buitenlanders. Iedereen beklaagt zich erover, maar vrijwel niemand ziet een oplossing, zeker niet op korte termijn. Overigens is spreken over deze kwesties of in zijn algemeenheid kritiek op de politieke leiding nog steeds een riskante bezigheid. Eén van de bekendste Vietnamese bloggers, Nguyen Ngoc Nou Quynh, is volgens de Vietnamese staatsmedia onlangs veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf wegens ‘propaganda tegen de staat’. Ze is vooral bekend geworden onder haar pseudoniem Me Nam, ofwel Mother Mushroom, en ze levert al enkele jaren kritiek op gedwongen landonteigeningen door de overheid, milieuschandalen en bruut politieoptreden. Vietnam maakt een periode van economische groei en vooruitgang door, maar de veroordeling van Me Nam is een duidelijk signaal dat kritiek op de staat voorlopig nog even achterwege moet blijven.