In het vliegtuig van Parijs naar Havana ploft een hijgende man van middelbare leeftijd naast me neer met een kort geschoren hoofd en veel te veel bagage. Nicolai komt uit Rusland, hij steekt van wal in vloeiend Spaans en houdt de eerste uren niet meer op met praten. Hij heeft naast zijn technische opleiding ooit min of meer voor de grap Spaans gestudeerd in Moskou en dat blijkt hem nu uitstekend van pas te komen. Hij is inmiddels fulltime ‘adviseur’ en ‘ondersteuner’ van Cubaanse handelaren die met vliegtuigladingen vol naar Moskou komen om spullen in te slaan. Daarbij gaat het vooral om kleding, schoenen, sportartikelen en electronica. Een paar Cubanen zetten direct bij binnenkomst al hun charme in bij het cabinepersoneel en krijgen het tot ieders verbazing voor elkaar om een veel betere economy comfort stoel te bemachtigen. De hoeveelheid rugzakken en handbagage die ze bij zich hebben is indrukwekkend. Nicolai legt ondertussen uit dat niet alle Cubanen op deze vlucht ook zelf handelaar zijn. Iedere Cubaan heeft het recht om jaarlijks 120 kilo te importeren. Soms neemt een handelaar wel vier extra mensen mee waarvoor hij een ticket betaald zodat hij in totaal maar liefst 600 kilo aan spullen mee terug naar Cuba kan nemen.
Met een vette knipoog vertelt Nicolai dat hij zelf ook een flinke hoeveelheid mobiele telefoons in zijn koffers heeft zitten. Hoe hij die dan binnenkrijgt, wil ik weten. Dat gaat wat handgeld kosten bij de douane, maar hij twijfelt er niet aan dat het hem gaat lukken. Het is zijn negende reis naar Cuba en hij is van plan met zijn Cubaanse vriendin te gaan trouwen. Dat geeft hem de mogelijkheid om Cubaans staatsburger te worden en zo kan hij makkelijker in Havana opereren en misschien zelfs onroerend goed kopen. Hij is weliswaar ook in Moskou getrouwd, maar daar komt toch niemand achter.
Rusland en Cuba
Tijdens een eerder bezoek aan Havana, al weer 25 jaar geleden, zat Cuba midden in een ernstige economische crisis omdat de Russische Federatie onder leiding van president Yeltsin besloot om alle hulp aan de communistische vrienden in het Caribisch gebied stop te zetten. Zelfs Fidel Castro heeft later onomwonden toegegeven dat hij zich verraden en in de steek gelaten voelde door de Russen. In een documentaire van Oliver Stone zegt de bejaarde commandante dat de Russen eigenlijk altijd opportunistisch en volgens hun eigen agenda hebben gehandeld, ook onder Chroetsjov tijdens de beruchte rakettencrisis. Tegen deze achtergrond is het nogal opmerkelijk dat de Cubanen nog steeds massaal naar Moskou vliegen om inkopen te doen. Ook hiervoor heeft Nicolai een simpele verklaring, Rusland is één van de weinige landen ter wereld waarvoor de Cubanen geen visum nodig hebben. Zelfs buureiland Haiti komen ze niet in zonder visum. Overigens lijken de banden tussen Rusland en Cuba weer opnieuw te worden aangehaald. De Cubaanse president Raúl Castro en het hoofd van de Russische oliemaatschappij Rosneft, Igor Sechin, hebben elkaar half december in Havana ontmoet. Een nieuwe energiedeal lijkt in de maak, hoewel dat nu waarschijnlijk wel onder heel andere voorwaarden zal zijn dan decennia geleden.
Dagelijkse strijd om te overleven
Laten we hem voor de veiligheid Juan noemen, hij is onze chauffeur tijdens een rit buiten de stad naar het huis van Hemingway. Hij is apetrots op zijn oude Amerikaanse auto uit de jaren vijftig die nu aangedreven wordt door een turbodieselmotor uit een Toyota jeep. De bijna splinternieuwe jeep werd door een chauffeur van een hoge partijfunctionaris in een onbewaakt ogenblik in de prak gereden. Juan heeft de onbeschadigde motor voor vierduizend dollar op de kop kunnen tikken. Een mecanicien die een ware artiest is en nog wat extra Japanse auto onderdelen deden de rest.
Juan is in eerste instantie beleefd en afstandelijk zoals het hoort. Maar al snel komenwe via het gebrek aan brandstof, nieuwe banden en andere auto onderdelen op het moeizame leven van alledag voor de doorsnee Cubaan. Volgens Juan heeft niemand in het buitenland, zelfs niet de toeristen die het eiland bezoeken, in de gaten hoe moeilijk en gecompliceerd het leven is. Zoals veel Cubanen onderschrijft hij met hart en ziel de uitgangspunten en de principes van de revolutie. De gedachtes en de motieven van Fidel en El Che waren geweldig en ze waren het meer dan waard om voor te vechten… maar er is niets van overgebleven. Niets van terecht gekomen.
Ja, voor een deel misschien wel, er is gratis gezondheidszorg, gratis onderwijs, gratis kinderopvang, gratis voedsel en hulpmiddelen voor bejaarden. Maar alleen degenen aan de top, die een positie hebben binnen de partij of de regering, zij leven er goed van. Degenen die voor de staat, de regering of de provincie werken krijgen niet meer dan 20 tot 25 pesos (25 US dollar) per maand. Daarnaast nog een paar voedselbonnen voor wat rijst, bonen, olie, pasta en kip.
Daarvan kom je in het huidige Cuba niet rond. Dus knoeit en rommelt iedereen om maar iets bij te verdienen om te overleven. De overheidsdienaar die de strepen op de straat bij mag verven doet dat met opzet wat dunnetjes. Zo spaart hij een pot verf uit die hij weer door kan verkopen om zijn gezin te onderhouden. De chauffeur in dienst van de staat rijdt extra langzaam en voorzichtig zodat hij steeds een paar liter uit de tank kan halen om op de zwarte markt te verpatsen. Het beetje fruit dat in de microtuintjes wordt verbouwd gaat in de blender met water en suiker om als sap op de markt verkocht te worden. De Cubanen zijn zo over een periode van meer dan vijftig jaar meesters geworden in het overleven, grijnst Juan. Zet ze ergens neer en ze weten iets te verzinnen om een beetje geld te verdienen en zo te overleven.
Hij wil nog wel even nadrukkelijk kwijt dat hij eigenlijk niet over dit soort dingen in het openbaar hoort te praten. “Als ze zouden horen wat ik nu allemaal zeg, word ik opgepakt. En de kans is groot dat niemand me ooit meer terugziet. Jazeker, er zijn hier nog steeds desaparecidos, mensen die voor altijd verdwijnen”.
Bij vragen over de verkiezingen van begin volgende jaar trekt hij een zo mogelijk nog grotere grimas. “Ik ga niet stemmen, het heeft geen zin. Ik stem voor iemand in mijn barrio, zij stemmen voor iemand in de municipalidad, die stemmen weer voor iemand in de provincie en die stemmen uiteindelijk voor iemand in het parlement of de regering. Zoiets heeft voor mij geen zin, ik ga niet. Wanneer ik direct kan stemmen voor een president of een regering zou ik zeker gaan. Maar nu? Wat een onzin allemaal. Zij leven goed, wat we ook stemmen. En wij zitten in de stront”.
Op het centrale plein van het oude stadsdeel van Havana legt een fotograaf, die nog steeds hardnekkig polaroid foto’s probeert te slijten, me uit wat er gaande is met het Capitool. Het monumentale gebouw staat rondom in de steigers maar nu al is te zien hoe geweldig de restauratie de oude glorie van het prachtige gebouw zal herstellen.De assemblee, het parlement, vergadert nu in de zijgebouwen, maar zodra het Capitool klaar is in 2019, gaan de afgevaardigden weer naar het statige en waardige Capitool.We hebben het even over de aanstaande verkiezingen over een paar maanden. “Ah pero eso es entre ellos”, zegt hij beslist. “Dat is tussen hen, daar hebben wij niets mee te maken”, herhaalt hij terwijl hij zijn wijsvinger nadrukkelijk op zijn lippen drukt.
Hoop doet leven
Maria Helena is blij dat ik kies voor één van de kleurige zeepaardjes, gemaakt van papier-maché. De handel loopt vandaag niet al te best, het waait en regent en dan laten de toeristen het afweten. Ze is eigenlijk onderwijzeres op een basisschool maar heeft er een paar jaar geleden voor gekozen om souvenirs te gaan verkopen. Dat brengt meer op dan het armzalige salaris van omgerekend 25 dollar per maand. Bovendien moet ze extra geld verdienen om haar twee kinderen naar een privéschool te kunnen sturen. Het onderwijs op de staatsscholen is volgens haar ondertussen zo slecht en de leerkrachten zijn zo vaak afwezig dat de kinderen een enorme achterstand oplopen.
Haar man Carlos heeft een hoge technische opleiding maar klust zoals heel veel Cubanen bij als taxichauffeur. Hij is nog redelijk optimistisch dat er binnenkort toch grote structurele veranderingen plaats gaan vinden op Cuba. De leiders aan de top zullen volgens Carlos toch een keer inzien dat Cuba weer open gelegd moeten worden voor privéondernemingen en buitenlandse investeerders. Dat het een eiland is waar enorme mogelijkheden liggen, dat er veel en veel meer geproduceerd kan worden dan alleen maar suiker, rum en sigaren. Raúl Castro zal eind december terugtreden en zijn opvolger, de huidige vice-president Miguel Díaz-Canal, is een veel jongere man die niet uit de revolutionaire militaire gelederen komt. Daarop heeft Carlos zijn hoop gevestigd. Hij geeft me nog even de Cubaanse levensfilosofie mee: de enige reden waarom we van niets iets kunnen maken en de dagelijkse strijd om te overleven nog steeds volhouden, is de hoop. De hoop dat het op een dag verandert en het toch nog allemaal goedkomt.