‘De Russen bombarderen ons kapot’: Bij de Turks-Syrische grens

De gouverneur van de provincie Kilis, Suleyman Tapsiz, maakt nog dezelfde middag duidelijk waar het materiaal op de vrachtwagens voor bedoeld is. Hij geeft in de stromende regen een persconferentie, omringd door internationale en Turkse media. Volgens hem zijn er in een tijdsbestek van niet meer dan 48 uur ongeveer 35 duizend Syrische vluchtelingen bij de grens aangekomen. Gezien de hevige Russische bombardementen in Syrië verwacht Tapsis dat dit aantal zou kunnen oplopen tot 70 duizend. ‘Aan de Syrische kant van de grens worden de vluchtelingen opgevangen; er worden tenten opgebouwd en ze krijgen voedsel en dekens. Onze deuren zijn niet gesloten, maar op dit moment is het niet nodig deze mensen binnen onze grenzen te laten’, zegt de gouverneur.

Eerder al bouwden de Turken een klein kamp voor noodopvang direct naast de grensovergang. Daar wordt de ingang streng bewaakt en alleen Syrische vluchtelingen met een speciaal pasje mogen naar binnen. De politie houdt ook nieuwsgierigen weg bij de VN-functionarissen die hun kampement aan de andere kant van de grenspost hebben opgeslagen. VN-medewerkers, die in hun witte jeep wel de Syrische kant van de grens kunnen bezoeken, weigeren iedere vorm van commentaar.

De jonge man die met een tas vol boodschappen naar de ingang van het opvangkamp loopt, is toeschietelijker. ‘Voor mijn vrouw en mijn dochtertje, daarbinnen is niet zo veel’, grijnst Mohammed Ibrahim. Zijn gezin zit al meer dan een jaar in het kamp, hij pas een paar weken. Vorig jaar kwam hij weleens een weekend op bezoek, de Turkse grenswachten lieten hem ongehinderd passeren, omdat hij kon laten zien dat hij lid was van het Vrije Syrische Leger. Ze lieten hem na zo’n bezoek ook weer teruggaan over de grens, richting Syrië. Hij is niet ouder dan 21, maar hij vocht meer dan twee jaar in en rond Aleppo.

Russen

Syrische vluchtelingen staan in de rij bij de Bab al-Salam grens.

Syrische vluchtelingen staan in de rij bij de Bab al-Salam grens.© AP

Nu heeft hij er genoeg van, ook omdat hij intussen te veel vrienden heeft verloren in de strijd. ‘De boel valt uit elkaar, we zijn aan het verliezen. Veel van onze mensen hebben de moed verloren en zorgen alleen nog voor zichzelf. Dat is begonnen sinds de Russen erbij zijn gekomen. Ze bombarderen ons kapot. En Assad pakt steeds meer terrein terug, zeker in de afgelopen week.’

Hij maakt zich grote zorgen over de vluchtelingen die nu bij duizenden aan de andere kant van de grens staan. In het opvangkamp is geen plaats meer, dat zit al maanden vol. ‘Waar die mensen allemaal naartoe moeten, ik zou het niet weten. Ze zeggen dat de Turken een tentenkamp aan het bouwen zijn aan de Syrische kant. Dan houden ze hier de grens dicht, maar of onze mensen aan de andere kant dan veilig zijn? Ik denk het niet. Het zou niet de eerste keer zijn dat de Russen een kamp bombarderen.’

Een Turkse politieman probeert al een tijd een einde te maken aan het gesprek. Mohammed haalt zijn schouders op, zwaait nog even en loopt gedwee mee naar het toegangshek van het opvangkamp.

Bij het ziekenhuis van Kilis dragen verzorgers van de eerste hulp iemand uit een ambulance, een bebloed laken blijft in de auto achter. In de hal hangen hele gezinnen rond die wachten op nieuws over een binnengebracht familielid. Een Koerdische jongen loodst ons door het ziekenhuis naar de derde verdieping, waar de gewonden worden verzorgd. In de gang voor de intensive care zitten twee zwart gesluierde vrouwen met een klein kind op schoot.

Bewusteloos

Ze waken hier nu drie dagen. Het zijn de moeder en oma van Omar Haj Ali, die binnen voor zijn leven vecht. De moeder pakt een telefoon van onder haar chador en laat een foto zien van haar 19-jarige zoon, met een zware hoofdwond op een brancard. ‘Hij is al drie dagen bewusteloos. Hij kreeg een scherf in z’n hoofd bij een Russisch bombardement op zijn eenheid. Een deel van de rechterkant van zijn hoofd is weg’, zegt ze met tranen in de ogen. Ze komen uit Mara, een dorpje vlak bij Aleppo. Bij het Russische bombardement kwamen 24 mensen om. Ze laat nog een foto zien van twee vrolijke jongens in spijkerbroek en op sportschoenen, vrienden van haar zoon, die bij dezelfde luchtaanval omkwamen.

Inmiddels is ook Omars vader aangeschoven. Hij ziet er moe en verdrietig uit. ‘Veel mensen lijden onder die Russische bommen. Het is als een regen. Soms vallen er wel driehonderd per dag. En ze vallen niet alleen het Vrije Leger aan. Ze bombarderen ook scholen en ziekenhuizen, het is vooral ook tegen de bevolking gericht. Als mensen wegvluchten naar een andere plek, dan bombarderen ze die. Ze proberen ons allemaal uit Aleppo weg te jagen en het dan terug te veroveren’.

Ontploffingen

Ik wil helemaal niet in jullie land blijven, laat me alsjeblieft door, ik moet naar mijn kinderen

Waar ze nu heen moeten weten ze niet, ze hebben te horen gekregen dat het opvangkamp vol is. ‘Als die Russen weg zijn, gaan we direct terug.’ En dan, woedend: ‘De hele wereld kijkt alleen maar toe wat ze hier doen. Als Rusland zich er niet mee zou bemoeien, zouden we Assad zo afmaken.’ De twee vrouwen in het zwart knikken instemmend.

Er wordt in en om Aleppo meedogenloos gebombardeerd. Het geluid van vliegtuigen en ontploffingen is soms tot Kilis te horen. Toch willen er ook nog mensen terug. ‘Ik wil helemaal niet in jullie land blijven, laat me alsjeblieft door, ik moet naar mijn kinderen’, roept een huilende vrouw bij de grenspost. Ze heeft een Syrisch paspoort en een geldig inreisstempel en wil Turkije weer uit, terug naar Syrië, naar haar kinderen die waarschijnlijk aan de andere kant wachten. De Turkse grenspolitie is onverbiddelijk. De grens bij Kilis blijft voorlopig potdicht.