Op vrijdag 21 juni 2019 is het feest in de haven van Bluefields aan de Caribische kust van Nicaragua. De chefstaf van het leger, generaal Julio César Avilés, neemt onder trompetgeschal formeel twee patrouilleboten in ontvangst, die keurig opgepoetst en met vlaggetjes versierd aan de kade liggen. “Wij danken het Nicaraguaanse volk en onze commandant Daniel Ortega Saavedra, president van de republiek en opperbevelhebber van het Nicaraguaanse leger, voor zijn hulp”, zegt de generaal in zijn toespraak. Avilés noemt de aanschaf van de twee schepen ‘historisch’ omdat het de eerste keer is dat Nicaragua de beschikking heeft over dit soort militaire middelen voor patrouilles op zee.
De twee moderne schepen van het type Stan Patrol 4207 zijn kort daarvoor in Nicaragua aangekomen vanuit Nederland. Ze zijn geschilderd in een grijze camouflagekleur en behalve een paar boordmitrailleurs is er op de voorplecht een snelvuurkanon te zien. De oppositiekrant La Prensa is aanwezig bij de overdracht en spreekt van de levering van twee ‘oorlogsschepen’ van de Nederlandse scheepsbouwer Damen aan het Nicaraguaanse leger. Volgens de krant is er met de aanschaf van de twee korvetten 14 miljoen dollar gemoeid, een enorm bedrag voor een land dat midden in een heftige sociale en economische crisis verkeert. Bij protesten tegen de regering van Ortega zijn er dan inmiddels al 350 doden gevallen. De vroegere Sandinistische revolutionair stuurt nu knokploegen en para-militairen op zijn eigen bevolking af. Tegenstanders worden zonder vorm van proces gevangen gezet en gemarteld.
De lening voor de aankoop van de twee marineschepen wordt al op 11 december 2017 door het Nationale Parlement gejaagd en met 76 stemmen vóór goedgekeurd. Dit op uitdrukkelijke voorspraak van president Ortega “omdat het leger zo snel mogelijk moet moderniseren en middelen moet krijgen om de nationale soevereiniteit te bewaken”. In alle stukken die de leden van het Nicaraguaanse parlement onder ogen krijgen wordt gesproken over twee boten voor “la Fuerza Naval del Ejército de Nicaragua”. Het gaat overduidelijk om vaartuigen voor de marine, voor militair gebruik, dus niet voor de kustwacht.
Op 24 oktober 2018 geeft minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking antwoord op vragen van SP kamerlid Karabulut over de levering van twee Stan Patrols 4207 door scheepsbouw concern Damen aan Nicaragua. Bovendien wil Karabulut graag weten of er aan Damen door de kredietverzekeraar van het rijk Atradius (ADSB) een exportkredietvergunning voor de levering is afgegeven.
Minister Kaag bevestigt dat Damen een overeenkomst heeft getekend voor de levering van twee schepen aan de ‘kustwacht’ van Nicaragua. Hiervoor heeft de Nederlandse staat via Atradius een exportkredietverzekering verstrekt. Omdat het volgens de minister in dit geval om ‘onbewapende schepen’ gaat, is er geen exportvergunning vereist. Minister Kaag wijst erop dat Nederland in de VN Veiligheidsraad de mensenrechtenschendingen in Nicaragua door paramilitaire groepen heeft veroordeeld. Nederland heeft de regering van president Ortega opgeroepen om een nationale dialoog te starten en om samen te werken met internationale organisaties. Maar op het moment van de toekenning van de exportkredietverzekering aan Damen voldeed dat verzoek volgens Kaag aan het landenbeleid dat op dat moment van kracht was.
De antwoorden van de minister lijken logisch en sluitend, maar deze omstreden levering roept toch vragen op. Minister Kaag zegt met de nodige nadruk in oktober 2018 dat er “geen directe samenwerking plaatsvindt met de overheid van Nicaragua”. Om dat te onderstrepen geeft ze aan dat Nederland al in juni 2018 een ontwikkelingsproject heeft opgeschort waarin sprake was van samenwerking met de Nicaraguaanse regering. Het gaat om een programma van 31 miljoen euro van waaruit ondermeer de bouw van een ziekenhuis in Puerto Cabezas zou worden gesteund. De lijn lijkt duidelijk, geen steun aan het foute regime van Ortega, zelfs niet voor een ziekenhuis. Maar waarom dan wel in oktober 2018 de levering van twee schepen aan de marine? Uit rondvraag bij betrokken partijen – waar niemand ook maar iets ‘on the record’ wil zeggen – blijkt dat het hier gaat om een uitermate goede verstandhouding tussen de grootste scheepsbouwer van Nederland, Damen Shipyards en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Eén van de redenen waarom er zo gezwegen wordt, is een inval van de FIOD in 2017 op het hoofdkantoor van Damen in Gorinchem en het Openbaar Ministerie dat onderzoek doet naar corruptie bij de levering van tientallen schepen in het Caribisch gebied en aan Indonesië. Omdat bij de export van ‘oorlogsschepen’ natuurlijk overal alarmbellen gaan rinkelen en exportvergunningen nodig zijn, kiest Damen er meestal voor om boten ‘gestript’ te leveren. De bewapening kan dan achteraf door de klant worden geplaatst, waarbij Damen zonodig als bemiddelaar optreedt. Een voorbeeld van deze manier van opereren is de levering in 2013 aan Venezuela van ondermeer twee Stan Patrol 4207 patrouilleschepen – hetzelfde type dat aan Nicaragua is geleverd – die ieder werden bewapend met een 20mm snelvuurkanon, twee 12.7mm en twee 7.62 mm machinegeweren. Venezuela is natuurlijk ook een land met een regering waaraan Nederland niet graag militair materieel zou willen leveren.
De weg die in het geval van Nicaragua is bewandeld, lijkt exact dezelfde. Damen Shipyards formuleert in overleg met het Nederlandse ministerie dat het twee patrouillevaartuigen gaat leveren aan de ‘kustwacht’ van Nicaragua. En zoals de minister later zal zeggen: het gaat in dit geval om ‘onbewapende schepen’ waarvoor geen exportvergunning is vereist. Op vrijdag 21 juni 2019 liggen de schepen met volle bewapening aan de kade in Bluefields.
Dat dit type schepen ook tegen de eigen bevolking kunnen worden ingezet is dan inmiddels gebleken. Schepen van de marine patrouilleren rond het eiland Ometepe in het meer van Nicaragua waar tegenstanders van Ortega proberen te vluchten voor de politie en de para-militairen. Volgens Nicaraguaanse mensenrechtenorganisaties vinden er op het eiland razzia’s plaats en worden mensen door de marine overgebracht naar gevangenissen op het vasteland.
Nederland had deze levering kunnen voorkomen en had moeten weten dat het uiteindelijk ging om bewapende schepen voor het regime van Ortega. De minister heeft geprobeerd iets recht te praten wat krom is. We hebben het niet geweten en er is niet tegen de regels gehandeld. Misschien is dat waar, maar het deugt natuurlijk niet.
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het contract tussen Damen en de Nicaraguaanse regering en stukken van de Nationale Assemblee van Nicaragua die in mijn bezit zijn. Verder zijn Nicaraguaanse media geraadpleegd, de handelingen van de Tweede Kamer en publicaties in Stop Wapenhandel en Seapower International. Foto’s © La Prensa